Sybren Folkerts (1833-1911), zoon van Folkert Rienks Tolsma (1803-1882) een IJtje Eelkes Jongsma (1803-1875) werd op 19 februari 1833 geboren in een kleine boeren Huizinge ten zuiden van de Ureterpervaart, huis nr. 86 (kadastraal gemeente Ureterp, sectie A, nummers 623 en 624). Hij was het middelste kind uit het arme gezin, met uiteindelijk 12 kinderen. Eind juli 1847 schreef vader Folkert Rienks het gezin uit in de gemeente Opsterland en vertrokken naar een tijdelijk onderkomen in ’s-Gravenhage. Van daaruit vertrok het gezin met 9 kinderen in de eerste week van september met het schip ‘Bark Hull’ vanuit de haven van Rotterdam, om op 8 september in de haven van New York (Ellis Island) aan te komen. In het ‘Register van Vertrek’ valt te lezen: ‘Folkert Rienks Tolsma, arbeider en zaakwaarnemer, 44 jaar, Gereformeerd, behoeftig, aangeslagen in de laagste klasse van de hoofdelijke omslag, 1 vrouw, 9 kinderen. Reden van vertrek: Deze was niet in staat in zijne behoeften en dat van zijn huisgezin te voorzien, doch hoopt zonder veel werk te doen de kost te winnen. Vertrokken naar: Noord-Amerika, New York’. Sybren Folkerts werd in Amerika geregistreerd als Seberon Falcott en kreeg al snel de bijnaam ‘Zebe’.
Het gezin vestigde zich in 1849 in Buffalo, Erie County, New York, een vissersstad aan Lake Erie en op ongeveer 20 km van de Niagara Watervallen. Seberon Falcott zag al snel dat Amerika en Canada de landen van de onbegrensde mogelijkheden waren. Hij was slim, werkte hard en in 1863 trouwde hij in Detroit met Mary Elizabeth (Lizzie) Day. Ze bleven in Buffalo wonen en daar werd in 1864 ook hun eerste kind geboren. In 1865 verhuisde het echtpaar naar Goderich, Huron County, Ontario, Canada, waar de overige 7 kinderen werden geboren. Vanuit Goderich ging hij vissen in de wateren rond Cockburn Island, een van de eilanden op de grens van Amerika en Canada, in Lake Huron.
In 1877 claimde hij een stuk land op Cockburn Island, Ontario, Canada, dat hij in 1883 definitief kocht, en stichtte er een visoverslag met woningen voor zijn personeel. De nederzetting werd naar hem vernoemd, ‘Tolsmaville’, evenals de baai waar de nederzetting aan lag, ‘Tolsma bay’. Het was voor Seberon Falcott het begin van wat een groot vis imperium zou worden. De viswateren rond Cockburn Island zat vol met vis en de volgende 30 jaar zou hij, met name, Detroit voorzien van miljoenen tonnen verse-, gezouten- en bevroren vis, dat werd aangevoerd met een eigen vloot van schepen. Hij ontsnapte ternauwernood aan de dood toen een schip van hem voor de rede van Tolsmaville in brand vloog.
In 1881 vestigde het gezin zich definitief in Detroit en daar was Seberon Falcott Tolsma een man van aanzien. Naast zijn groothandel in vis investeerde hij in onroerend goed en bezat rond 1890 een groot deel van de huizenblokken aan State Street in Detroit. Tot zijn kennissenkring behoorden o.a. Thomas Edison (gloeilamp) en Henry Ford (autofabrikant). Hij overleed op 15 december 1911, 78 jaar oud in Detroit. Zijn lichaam werd bijgezet, naast zijn vrouw, in het Mausoleum van Roseland Park Cemetery, Berkley, Michigan, waar hij nog steeds ligt.
Lees hier het volledige verhaal van de Ureterper emigrant Sybren Folkerts Tolsma